Vragen? Bel +31 (0)85 273 6387
PMC-online
strookjes phaos 0008 Laag 20

De paradox van onveiligheid

12 dec. 2022

De laatste maanden kom ik vaak in aanraking met het thema sociale of psychologische veiligheid. En dan vooral met het gebrek eraan. Het leeft in de maatschappij en blijkbaar ook in mijn werk. Het thema puzzelt me wel, omdat het zoveel facetten heeft. Het ligt snel op de loer om te denken in termen van dader (degene die het onveilig maakt) en slachtoffer (degene die zich onveilig voelt). Het omgaan met signalen van onveiligheid is precisiewerk. Voor je het weet zijn er beschuldigende vingers en ontstaan er kampen. Dan wordt het onveilige gevoel verder vergroot. In dit blog deel ik een graag aantal van mijn reflecties.

Voorbeelden uit de praktijk

Dit zijn een paar voorbeelden van onveilige situaties die ik tegenkwam tijdens mijn werk:

  1. Het team waar de samenwerking niet zo lekker loopt, maar dat het spannend vindt om het hier met elkaar over te hebben.
  2. Een negatieve uitslag van het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Nu leeft de vraag hoe hier op een zorgvuldige manier mee moet worden omgegaan.
  3. De anonieme klacht over een collega, waarin melding wordt gedaan van grensoverschrijdend gedrag. Hier speelt vertrouwelijkheid een grote rol, maar er spelen meerdere waarheden.

In elke casus hebben mensen vaak meerdere en soms onverwachte onaangename ervaringen opgedaan in een werksituatie of met bepaalde personen. In elk casus, hoe verschillend dan ook, popt het thema ‘onveiligheid’ op.

Je veilig voelen in een groep

Het is belangrijk dat we ons veilig voelen in een groep. In algemene zin voelen we ons als mens sociaal veilig:

  • als we weten dat we bij de groep horen;
  • als we weten wat daar van ons verwacht wordt;
  • als we weten hoe men over ons denkt;
  • als we tegelijkertijd onszelf kunnen zijn en;
  • als we weten dat onze eigenheid gezien en gewaardeerd wordt.

Ons onveilig voelen is het tegenovergestelde daarvan:

  • We denken dat we buiten de groep vallen;
  • Het is ons niet duidelijk wat er van ons verwacht wordt of wat men van ons denkt;
  • We hebben het gevoel te moeten zijn of doen als de anderen;
  • We voelen geen ruimte om iets anders te denken of vinden, omdat dat daar negatieve consequenties aan kunnen zitten.

Als we op deze punten negatieve ervaringen in het werk opdoen, kan ons dat een gevoel van onveiligheid geven.

Veiligheid is een relatief begrip

De volgende stelling vind ik hier de moeite waard om te vermelden:
“Veiligheid is een relatief begrip, aangezien niets onder alle omstandigheden volledig zonder gevaar is.”
Dit is iets om over na te denken. Ik zou daaraan willen toevoegen dat veiligheid óók een relatief begrip is, omdat het zo persoonlijk is. Wij zien en ervaren de wereld immers zoals wij zijn. Waar de één zich veilig voelt, hoeft dat voor de ander helemaal niet het geval te zijn. Veiligheid of een veilige werkomgeving is daarmee geen absoluut of statisch verschijnsel.

Boven- en onderstroom

De effecten van een gevoel van onveiligheid zijn fors. Mensen kunnen of durven een ander niet (meer) te vertrouwen. Ze hebben het idee dat zij in de buurt van een ander op hun hoede moeten zijn. Ze zijn bang zelf schade op te lopen of een ander te beschadigen als ze zich open uitspreken. Ze zeggen dan ook niet (meer) wat ze echt vinden en laten zichzelf nog slechts ten dele zien. Waar het in formele overleggen opvallend stil kan zijn of eenzijdig qua inbreng, is er in het informele circuit, op de zogenoemde onderstroom, van alles gaande. Daar zegt, denkt, vindt en voelt men van alles.

Dit heeft grote consequenties op in elk geval twee fronten:

  1. Op individueel niveau: het jezelf niet meer (durven) tonen is ondermijnend voor het zelfvertrouwen dat de basis vormt om het beste uit jezelf in te brengen. Het maakt onzeker.
  2. Op groepsniveau: het ontbreken van een open uitwisseling is schadelijk voor de transparante besluitvorming. Deze is nodig voor mensen om zich te kunnen committeren aan een richting en zich daarvoor in te zetten. Het creëert onrust en ongerichtheid in de groep.

Paradox

Het paradoxale nu is: waar de mogelijke reden dat dingen onder water verdwijnen een gevoel van onveiligheid geeft, vergroot deze onderstroom op zijn beurt juist de onveiligheid in de groep. Het één versterkt het ander.

Veiligheid verkleinend

Met deze paradox in gedachten wil ik een paar dingen noemen die een gevoel van veiligheid kunnen verkleinen en die een gevoel van veiligheid kunnen vergroten.

Wat een gevoel van veiligheid verkleint is:

  1. Een signaal van onveiligheid bezien met de bril van oorzaak/dader en effect/slachtoffer.
    Hoe verleidelijk dit ook is, het zet de situatie vast vanuit een oordeel in “hoe het zit”, of “hoe iemand is”. Dit maakt het moeilijk (lees: onveilig) om tot een open verkenning te komen en een situatie in positieve zin verder te brengen. Bovendien spelen er altijd gedragingen van meerdere mensen een rol, die elkaar versterken. Bijvoorbeeld: hoe meer de een zijn zin doordrukt, hoe meer de ander tegendruk geeft. Dit vergroot de kans dat het gesprek fel of emotioneel wordt en als onveilig wordt ervaren. Of: hoe langer iemand zijn feedback uitstelt, hoe minder de ander zich bewust wordt van de effecten van zijn gedrag en daarmee doorgaat. Dit vergroot de kans dat de irritatie groeit en tot een heftige uitbarsting komt, die de situatie ineens onveilig maakt. Aan wie ‘ligt’ het dan?
  2. Algemeen impliciet taalgebruik.
    Vanuit voorzichtigheid om zelf beschadigd te raken of een ander niet te beschadigen, wordt er vaak in algemene termen gesproken. “Men vindt, ze zeggen, ik heb gehoord dat, ik heb die ervaring niet, maar ik weet van een ander dat…” Dit soort dingen. Het voelt ter plekke misschien veilig om in algemene termen te spreken. Maar het effect is dat het onhelder blijft waar het nu precies over gaat. Dit laat vervolgens ruimte voor eigen invulling en interpretatie. “Dit zal wel over x gaan, dat was vast toen…., dit komt ongetwijfeld niet van x…” Kortom, beelden en aannames blijven bestaan en worden niet gecheckt. De duidelijkheid wordt niet groter, laat staan het gevoel van veiligheid.
  3. Uitsluiten.
    Uitsluiten gaat over: met wie heb je het er wel over en met wie niet? Wie betrek je er wel bij en wie niet? Wie weten er (al) wel van en wie (nog) niet? Over welke inhoud hebben we het wel met elkaar en waarover niet? Welke ideeën tellen wel mee en welke niet? Het gaat over wie of wat er wel of niet mag zijn en over wie wel en wie niet op de hoogte zijn. Dit kan spelen in het hier en nu (“Wie wist van dit besluit of deze benoeming?”), maar kan ook een oorzaak vinden in het verleden (“Ooit is die collega gewoon ontslagen, heb ik gehoord, dus dat kan straks ook met mij gebeuren.”). Door het ergens niet over te hebben, door uit te sluiten, verdwijnen deze zaken niet, maar gaan ze een eigen leven leiden. Een leven op de onderstroom, waar je er slecht grip op hebt.
  4. Anonimiteit.
    Een complex thema en wat mij betreft ietwat in lijn met het voorgaande punt. Om mensen in staat te stellen zich veilig, eerlijk en open uit te spreken, mogen mensen zich soms anoniem of beschermd uitspreken. Zoals bij een medewerkerstevredenheidsonderzoek of bij een vertrouwenskwestie. Aan de ene kant klopt deze redenering: als het niet anoniem of beschermd kan, spreken niet alle mensen zich uit, omwille van hun gevoel van veiligheid. Dan blijven zaken bedekt. Er is echter ook wat op op af te dingen: hoe veilig voelt het voor de ontvangers van anonieme signalen? Hoe kan men zich verweren, als niet duidelijk is waar het ‘gevaar’ vandaan komt? Met wie kun je in gesprek om weer contact te maken? Bij wie kun je navraag doen om nog iets meer achtergrond te horen ? Aan wie kun je uitleg geven over wat er speelde? Aan wie kun je je excuses aanbieden, mocht dat aan de orde zijn? Anonimiteit kan de ene betrokkene in een situatie een gevoel van veiligheid geven. Voor de andere betrokkene kan dit buitengewoon onveilig zijn.
  5. Weinig zelfbewustzijn en zelfreflectie
    Sociale veiligheid is mensenwerk. Als een situatie niet veilig voelt, heeft elke betrokkene daar een aandeel in. Het ligt zelden aan één persoon of één oorzaak. Iemands rol kan groot zijn, in het bijzonder wanneer er sprake is van een hiërarchische verhouding en iemand een specifieke verantwoordelijkheid heeft. Iemands rol kan ook klein zijn, bijvoorbeeld als iemand bepaalde roddels niet tegenspreekt omdat hij dat te spannend vindt. Of als hij negatieve verhalen van anderen ook als zijn waarheid gaat verkondigen, ook al heeft hij zelf die ervaring niet. Als mensen onvoldoende beschikken over zelfreflectief vermogen en daardoor niet naar hun eigen aandeel kunnen of willen kijken, wordt het lastig om open te verkennen wat er speelt. Als iedereen kan zien hoe hij ook zelf een rol heeft gespeeld in de situatie die is ontstaan, kan er een veilige basis ontstaan om er samen van te leren.

Veiligheid bevorderen

Als het gaat om wat een gevoel van veiligheid kan bevorderen, kun je bovenstaande punten uiteraard omkeren.

  1. Probeer wat er speelt vanuit meerdere perspectieven te zien.
    Er is zelden één oorzaak of één persoon verantwoordelijk voor wat zich afspeelt. Ook al heeft een persoon zich op een bepaalde manier gedragen, er zijn vaak anderen die dat hebben gezien en gelaten. Probeer te verkennen wat maakt dat zaken zijn gelopen, zoals ze zijn gelopen. Verplaats je ook in de positie van andere betrokkenen en kijk wat je ontdekt vanuit die positie. Probeer open en nieuwsgierig te zijn, hoe moeilijk dat wellicht ook is. Denk niet te snel dat je wel weet hoe het zit. Er is altijd nog een vraag te stellen.
  2. Wees precies en expliciet in woordkeuze.
    Noem het beestje zorgvuldig bij de naam. Wat gebeurde er op welk moment? Wat werd gezegd of gedaan? Wie waren daarbij en wat zeiden/deden zij? Wat zei of deed jezelf? Probeer feiten en gevoelens te ontrafelen en expliciet te maken. Wat nam je waar? Welke gedachte kreeg je daarbij? Welk gevoel riep dat op? Hoe heb je je gedragen en welk effect zag je daarvan? Door het precies te maken hef je mistigheid op en verklein je de kans op misinterpretatie.
  3. Denk inclusief met als doel om als groep te leren.
    Als er ergens een situatie van onveiligheid is, komen meerdere mensen daar mee in aanraking, dan alleen degenen die de onveiligheid voelen. En dus hebben meerdere mensen er een beeld bij en er wellicht een antwoord op. Focus je niet op alleen die personen die direct betrokken zijn. Nodig het hele systeem uit om mee te zoeken naar een doorbraak in de situatie. Het is namelijk van belang voor de vervolgstappen om zoveel mogelijk ervaringen en beelden op te halen. Wie weet hoor je zaken die je nog niet wist en die ook van betekenis zijn. Bovendien erken je zo ieders ‘lidmaatschap’ aan een groep en stimuleer je het vermogen van de groep om samen te leren. Respecteer het ook als mensen niet willen deelnemen, maar vraag hen dan wel om te volgen wat er uit de bespreking met de anderen komt.
  4. Eigenaarschap tonen.
    Betrek je eigen bijdrage in wat zich heeft voorgedaan in het zoeken naar een oplossing. Hoe transparant ben je naar wie geweest over jouw drives, jouw inzet, jouw behoeftes, dat wat je bezighield, wat je heeft geraakt? Heb je alles gedaan wat in je vermogen lag om een onveilige situatie of ervaring bespreekbaar te maken bij de juiste personen? Desnoods met hulp van iemand anders? Wat heeft je bewogen om te doen wat je deed? Dit gaat wat mij betreft niet over zelfkastijding, jezelf iets verwijten of de oorzaak bij jezelf leggen. Het gaat over het nemen van eigenaarschap, de bereidheid hebben om je eigen aandeel te zien in hoe een situatie in stand blijft of is gebleven. Zowel vanuit je rol als vanuit wie je bent als mens. Het gaat over ontwikkeling, over het mogen leren van ervaringen, voor jezelf en voor de groep als geheel.
  5. Oprechte verontschuldigingen.
    Het is zelden iemands bewuste intentie om een ander te kwetsen of zich onveilig te laten voelen. En toch kan het zijn dat iemand gekwetst wordt en zich onveilig voelt door het gedrag van een ander. Om een meestal pijnlijke situatie af te kunnen hechten en verder te gaan, is het van groot belang dat mensen in staat zijn om oprecht hun verontschuldigingen aan te kunnen bieden. Dat betrokkenen elkaar in de ogen kunnen kijken en kunnen zeggen: “Sorry voor mijn deel in dit verhaal. Ik kan het verleden niet veranderen, maar dit is wat ik heb geleerd voor mijn gedrag in de toekomst.”

Werken aan veiligheid in een groep is een proces, geen resultaat

Het aanpakken, laat staan oplossen, van sociale onveiligheid in een groep is geen simpele taak. Juist omdat het mensenwerk is en mensen zo verschillend zijn. Daarbij komt vertrouwen te voet en gaat het te paard. Voordat je het weet is pril vertrouwen in een persoon of een groep weer verdwenen. Het luistert allemaal nauw.

Een verloren gevoel van veiligheid (weer) terugvinden is een proces, geen resultaat. Het vraagt om:

  • moed. Om je uit te spreken, je rol te pakken, je eigen bijdrage te zien, om ergens bang voor zijn, maar het toch doen.
  • open te durven staan voor andere geluiden en zienswijzen. Vooral als die niet de jouwe zijn.
  • inzet om samen te willen leren van een ontstane situatie, in plaats van deze alleen te willen ‘fixen’ door een schuldige aan te spreken.
  • tijd nemen om bij zaken stil te staan, niet te overhaasten, maar onderwijl wel voort te gaan.

 

Ik wil op geen enkele manier de suggestie wekken dat bovenstaand simpel te realiseren is. Zoveel elementen spelen een rol bij het ontstaan van een gevoel van onveiligheid en bij de mogelijkheden die er zijn hierin verandering aan te brengen. Mijn reflecties kunnen misschien wel helpen om een bewuste afweging te maken voor wat in een situatie aan de orde is. In elk geval voor een eerste stap.


Dit artikel is geschreven door Madelon Mulder


Heb je vragen of hik jijzelf of je team ergens tegenaan en kom je niet verder? Mail dan met info@phaos.nl.