12 mrt. 2021
Ik ben nogal een perfectionist. Ik doe mijn werk graag goed en vind het best moeilijk om gewezen te worden op ‘fouten’. Ik voorkom ze liever, dan dat ik val. Ook al weet ik dat ik er juist veel leer, het voelt toch vaak anders. Dit is best een lastige eigenschap, als je met prototypes en klantpanels aan de slag gaat.
Tegen klanten zeggen we al jaren dat het slim is om tijdig feedback te vragen van de opdrachtgever en gebruikers. Zo weet je in een vroeg stadium of je op de goede weg zit en kan je het eindresultaat nog aanpassen, als dat nodig is. Een goede manier voor het ophalen van feedback is het gebruik van prototypes. Dat zijn eerste versies waarmee je bepaalde eigenschappen van een product (of dienst) kunt testen. Het hoeft nog niet mooi of af te zijn, als het de werking maar laat zien. Denk daarbij aan een maquette van een gebouw of een eerste inhoudsopgave van een boek. Door niet alleen te vertellen over het resultaat, maar het te laten zien ontstaat er geen spraakverwarring en kunnen opdrachtgevers en gebruikers zich veel beter een beeld vormen. Je laat ze reageren op het prototype en stelt eventueel gerichte vragen.
Hoe spannend ik het ook vond, ook wij zijn ons vernieuwde PMC al in een vroeg stadium gaan testen met gebruikers. In verschillende fasen hebben we onze ideeën en eerste versies voorgelegd. Het resultaat was dat we soms terug moesten naar de tekentafel, maar vooral dat we de bevestiging kregen op de goede weg te zitten. Al met al moet ik er niet aan denken dat we zonder de waardevolle gebruikersinzichten door waren gegaan. Het resultaat is er echt beter van geworden.
Ik ben door de klantpanels bevestigd dat vroege feedback vragen en het gebruik van prototypes leidt tot betere en snellere resultaten. Wat ik ervan leerde was het volgende:
1. Gebruikers vinden het leuk om mee te denken en voelen zich daardoor betrokken en serieus genomen.
2. Gebruikers verwachten niet dat een prototype al af en perfect is en ze spreken je daar niet op aan. Ze bevestigen je hooguit in de volgende stappen die je wilde gaan zetten.
3. Als het echt een allereerste versie is die je deelt, identificeer je je zelf ook nog minder met je resultaat. Daardoor kan je onbevangener luisteren naar de feedback en heb je minder de neiging aannames en keuzes uit te leggen en te verdedigen.
4. Samen weet je echt meer dan in je eentje. Je hebt anderen (liefst gebruikers) nodig om je blinde vlekken kunnen zien.
5. Met deze manier van werken bleek ‘het vallen’ best wel mee te vallen en ging het opstaan als vanzelf.
Meer weten? Stuur een e-mail naar info@phaos.nl